';
KaRo Japanse kwartel

Zoom in

Artikelnummer: 1
Coturnix japonica

Japanse kwartel - Coturnix japonica

Herkomst

In de natuur leven ze in  Zuid- en Oost-Azië. (Mongolië, oostelijk Siberië, Japan en Korea, waar ze scharrelen in gebieden met graslanden en laag struikgewas.)

Maar door eeuwen kweken voor het vlees en de eieren zijn de Japanse kwartels zoals wij ze kennen niet meer zoals de kwartels in de natuur.

Afmetingen

15 tot 20 cm

Uiterlijk &

Geslachts verschil

De wildkleur mannen hebben een roodbruine borst, terwijl de hennetjes een meer grijsbruine borst hebben. Ook hebben de hanen een (bruine) keelband. Bij sommige kleurmutaties zal dit verschil er ook zijn, de hanen zullen een fellere kleur hebben en de hennen een valere.

Er is een methode die bij alle volwassen dieren werkt (vanaf de leeftijd van 6 à 8 weken en gelijk welke kleur). Je neemt het diertje in de hand, met de staart naar boven en duwt vanaf de staart zachtjes tegen de cloaca (zeer voorzichtig en niet te vaak doen). Wanneer er een wit schuim vrijkomt, kan je met zekerheid zeggen dat het een man is.

Kleuren

Naast de wildkleur zijn er ook witte, isabel kleurige, roodbruine en bonte.

Huisvesting

Het zijn rustige vogels die perfect in een gemeenschapsvolière kunnen gehouden worden. Het zijn 100% grondbewoners, vliegen doen ze niet, enkel uit schrik eens opspringen, fladderen en landen. Een binnenvolière, een buitenvolière of zelf een kippenhok voldoen als huisvesting, een kooi is eigenlijk te klein voor deze grotere kwartelsoort. Let in een kippenhok wel op dat ze niet kunnen ontsnappen. En als ze in de winter buiten blijven, dat kan, maar een tocht- en vorstvrij nachthok, op grondniveau is aan te raden. De hanen zijn redelijk hevig, het is daarom ook aan te raden om 1 haan meerdere hennetjes aan te bieden. En ze niet te combineren met ander kwartelsoorten.

Kweek

Het kweken van Japanse kwartels is niet moeilijk, let wel, er zijn weinig hennen die echt beginnen broeden. Dit zal enkel gebeuren als de hen zelf natuurbroed is of anders heb je veel geluk.

Legt ze de eitjes in een ondiep kuiltje op een beschutte plaats ideaal, maar veel kans dat ze over de volière verspreid liggen. Het hennetje zal dan 8 of meer wit-bruine eitjes leggen en volledig zelf uitbroeden. Na 16 tot 18 dagen komen de eitjes uit, de nestvliedertjes lopen direct met de moeder mee en beginnen kleine zaadjes en fijn levend voet te pikken.

Na 4 weken zijn de kleintjes al volledig zelfstandig. Het haantje zal zich gedurende de gehele periode noch met de eitjes, noch met de jongen bemoeien. In het geval dat de hen niet gaat broeden, kan je de eitjes zelf gaan verzamelen en in een broedkast uitbroeden. Voorzie voor de kuikentjes dan kuikenmeel, kleine zaadjes en fijn levend voer. En om de warmte van de moeder te vervangen hang je een ceramische of een infrarood warmtelamp omhoog. Welke je regelmatig een beetje hoger hangt, om de kuikens zo aan de normale omgevingstemperatuur te laten wennen.

En bij alle kwartelkuikentjes moet je opletten dat ze niet kunnen verdrinken. Geef daarom enkel ondiepe drinkschaaltjes en leg er steentjes of knikkers in om verdrinking onmogelijk te maken.

Na een 6-tal weken zijn de kuikentjes volgroeit en kunnen ze al snel zelf gaan voortkweken.

Voeding

Kwartels worden vaak in een volière gehouden om verspilde zaden van andere vogels op te eten. Naast alle fijne vogelzaden eten ze ook een fijne graanmengeling speciaal voor kuikens en kwartels en appreciëren ze zo nu en dan fijn levend voer. Daarnaast moeten grit en/of maagkiezel ook altijd aanwezig zijn. Om verspilling tegen te gaan, omdat ze open voederbakjes zouden gaan leegkrabben, zijn voederbakjes met kleine gaten aan te raden.

Bijzonder-

heden

Het zijn populaire volièrevogels die makkelijk in onderhoud zijn, rustig en tam zijn, bijna elke dag een lekker eitje leggen en de ideale kuisers zijn van verspilde zaden op de volièrebodem.

Ze houden van het nemen van een zandbak om hun veren mooi en proper te houden.